Over talenten en kwaliteiten

Ik zie je graag, met al je talenten en kwaliteiten.

“Wat zijn mijn talenten…?”

Tijdens een gesprek met moeder en dochter over talenten en kwaliteiten, kwamen een aantal vragen “boven drijven”…

  • Wat is de waarde van talent?
  • Als je ergens talent voor hebt, lukt het dan vanzelf?
  • Wat is het verschil iemand die ‘gewoon’ iets goed kan en iemand die ergens in uitblinkt?

Wat is de waarde van talent?

De waarde van talent kan wat mij betreft voor iedereen anders zijn. “in het algemeen”, op school, moeder, dochter, ik weet niet wat de waarde van een talent voor de ander is. Het kan verwarrend worden in een gesprek als we denken dat we over hetzelfde praten, terwijl dat misschien niet zo is.

Het is zo gemakkelijk om talenten te verwarren met kwaliteiten.

Belangrijk om even af te checken of er over hetzelfde gepraat wordt. 😉

“ik wil gewoon weten wat mijn talenten zijn.” Zei de dochter.

Kwaliteiten zeggen iets over wie je bent, bijvoorbeeld: spontaan, doorzetter, geduldig, vriendelijk, enz.
Talenten zeggen iets over wat je kunt of waar je aanleg voor hebt, bijvoorbeeld wiskunde, tekenen, zingen, sporten, enz.
Van een talent kun je niet “teveel” hebben. Mozart speelde niet “te mooi” piano. Of schreef “teveel” opera’s.
Van een kwaliteit wel… Als je “teveel” doelgerichtheid hebt wordt het drammen, en bescheidenheid kan er toe leiden dat je een voetveeg wordt. “Teveel” van een kwaliteit wordt dan een zogenaamde valkuil.
 

Als je ergens talent voor hebt, lukt het dan vanzelf?

Volgens mij wordt ieder mens geboren met een aantal talenten, en die kun je  laten groeien/ontwikkelen door oefening. Stel dat ik talent heb om “genietmomenten” te herkennen en vast te leggen, dan kan ik dat zo laten, en dan blijft het zoals het is. Ik kan er ook voor kiezen om het te ontwikkelen en dan groeit mijn talent. Als ik daar blij van word ben ik goed bezig vind ik. 😊

Dat is een keuze, om er iets mee te doen, of niets mee te doen.

Volgens mij kun je je hele leven nieuwe talenten ontdekken. Dat lijkt me fijn, dan kun je als mens je verder ontwikkelen. Daar wordt je een rijker mens door in mijn ogen. Door nieuwe dingen aan te gaan, kun je nieuwe dingen over jezelf ontdekken.

Als je talent voor iets hebt, dan gaat “het” je misschien makkelijk af, hoef je er misschien niet veel voor te doen om erin “uit te blinken”, dat kan. Dit is niet bij iedereen het geval. Hoe dit voelt zou voor iedereen verschillend kunnen zijn, ik weet dat niet. Gevoel is heel persoonlijk. 

Een ander kan naar mij kijken en vinden dat ik een “natuurtalent” ben met kinderen. Ik kan vinden dat dat “wel meevalt”, ik doe mijn best om “goed te zijn met kinderen”, ik heb daar veel energie in gestopt, dat blijf ik doen, én bovenal vind ik het super leuk om te doen!

Voor mij voelt het als “passie”.

Ik vind het prima als iemand anders dit mijn “talent” noemt, ik heb daar geen problemen mee. 😉 Ik geloof dat ik nog nooit zolang en uitgebreid heb nagedacht over mijn eigen talenten, als nu sinds deze jongedame daar zo door gebiologeerd is… Over Natuurlijk Leren gesproken!

(Mozart had een talent voor piano spelen, maar hij heeft iedere dag in zijn jonge leven veel geoefend om zijn talent te ontwikkelen.)

Wat is het verschil iemand die “gewoon” iets goed kan en iemand die ergens in uitblinkt?

Ik weet het niet, wat zou het verschil kunnen zijn?

Gevoel? De woordkeus?

Voor mij klinkt het in mijn oren dat de een graag ergens in wil “uitblinken” en de ander een ander beeld van zichzelf wil neerzetten en “gewoon” ergens goed in is.

Ik zal niet over mezelf zeggen dat ik ergens in “uitblink”, ik zal eerder zeggen dat ik “gewoon” ergens goed in ben.

Het zegt voor mij iets over diegene die de woorden kiest.

(Dit gezegd hebbende vraag ik me af wat Mozart over zichzelf zou zeggen…?)

“Ik wil gewoon weten waar ík goed in ben, wat zijn mijn talenten?”, vraagt de dochter zich af.

Waarde(n)vol geld

DSC09758

“Mam, krijg ik deze snoepjes?”

“Morgen is het feestje. Ik heb geld nodig om een cadeautje te kopen.”

“Mijn fiets is stuk. Hij moet écht nieuwe onderdelen”.

“Gaan we naar de kermis? Ik wil zooo graag in de achtbaan!”

“Oooh, kijk dan, dat nieuwe spel is uit. Daar zat ik op te wachten! Kunnen we dat nu gaan halen?”

“Wanneer gaan we weer op vakantie? Of iets leuks doen?”

Zoveel wensen, zoveel te doen. Veel heeft te maken met geld. De meeste wensen en verlangens hebben met geld te maken, zelfs kleine wensen.

Vanaf de állerlekkerste snoepjes en speeltjes nemen kinderwensen toe. De wensen worden ook groter. We leven in een maatschappij waarin veel is, veel kan en vooral snel, het liefst NU.

Heel belangrijk om onze kinderen te leren dat niet alles zomaar komt “aanwaaien”.

Het is fijn als je veel voor je kind kunt doen, dan ben je een rijk mens (in geld bedoel ik dan). Kunnen “doen” is heel wat anders dan “zomaar geven”. Een kind weet meestal haarfijn wanneer het “zomaar wat kan krijgen” bij zijn of haar ouders. Een kind oefent welk gedrag iets oplevert en wat niet werkt. Als je kind van kleins af aan geen enkele reactie krijgt op: “mag ik dit toetje?”, dan zal het vrij snel stoppen met die vraag stellen. Je kind heeft ervarend geleerd dat dit niets oplevert. Als het soms effect had, en een andere keer niet: dan zal je kind blijven uitproberen wanneer het zinvol is om te vragen en wanneer niet. 😉 Kinderen zijn namelijk heel slim, én ze onthouden heel veel!

“Bij ons krijgen ze zakgeld, daar hoeven ze niets voor te doen”.

Dat is fijn voor je kinderen. Dat is rijkdom voor ze, toch? Of is het een vanzelfsprekendheid voor ze? Dan zijn ze er niet dankbaar voor, dan is het ‘gewoon’.

Een kind maakt deel uit van een gezin. Een gezin is een systeem waarin allerlei dingen gebeuren iedere dag opnieuw. Er wordt opgestaan, gegeten, schoongemaakt, gewassen, boodschappen gedaan, gekookt, opgeruimd, er zijn allerlei taken te doen op een dag. Wie doet wat in huis? Is het vanzelfsprekend dat 1 persoon eigenlijk alles regelt en doet (moeder misschien)? Dat is fijn… Vindt die persoon dat ook fijn? Misschien is het fijn als die persoon iedere dag wat hulp krijgt. Vele handen maken licht werk, én het is misschien wel fijn om taken samen te doen? Samen koken kan heel gezellig zijn, of tijdens het afwassen heb je eens een ander gesprek. Iedereen in huis mag zijn steentje bijdragen, het komt tenslotte niet “aanwaaien”. Het begint klein. Wist je trouwens dat als iemand anders een keer kookt, het eten anders smaakt, of er zomaar een verrassend gerecht op tafel kan komen staan? Hoe leuk is dat!

Daarnaast zou het zo kunnen zijn dat als een kind bijvoorbeeld gestofzuigd heeft, hij of zij beter oplet om de vloer schoon te houden. Om zuinig te zijn op de inspanning die net gedaan is, super toch!

Toen je kind klein was, wilde hij of zij je graag helpen als je ging poetsen, stofzuigen of strijken? Wat zag dat er toch super schattig uit! En hoe is dat vandaag de dag? Helpt je kind nog mee? Of “hoeft” dat niet meer? … En dat is, omdat?…

–           je toch niet weet wat je anders met je tijd zult doen?

–          Je verveelt je anders zo de hele dag

–          Je zelf toch het beste doet

–          anders moet je het toch over doen

Tja, alle begin is moeilijk… Oefening baart kunst. Hoe vaker je iets oefent, hoe beter je er in wordt. Kijk maar naar de online spelletjes, en games. Veel kinderen oefenen deze veel en vaak, daarom zijn ze er zo goed in! Eigenlijk weet iedereen dit wel. Dezelfde regel geldt natuurlijk ook voor dingen die minder leuk zijn om te doen… Ai.

Het is een aloud principe: ik doe iets voor jou, jij doet iets voor mij. Hiermee leert het kind vanaf jonge leeftijd dat niet alles zomaar vanzelf komt “aanwaaien”.

“Ik krijg 50 euro per maand, 20 euro van mama, 20 euro van oma, en 10 van papa”, zei de jongen van 11.

Op mijn vraag wat hij daarvoor moest doen, zei hij: “Niets.” Hij vond mijn vraag ook raar, hij begreep niet wat ik bedoelde. Ik vroeg hem of hij daarvoor taken in huis moest doen of buiten. “Nee hoor, zei hij, dat geld krijg ik gewoon”. Dan worden je moeder en oma natuurlijk wel verrast met wat moois met moederdag opperde ik. “Nee, zei hij, ik heb een PlayStation4 gekocht met een spel. Het geld is nu op. Het ging best snel, het sparen”.

Als iets écht een uitdaging was om voor elkaar te krijgen, dan is het gevoel van overwinning veel groter als dat het “aan komt waaien”. Meer inspanning levert meer voldoening op. Je bent over het algemeen zuiniger op iets waar je lang voor hebt gespaard.

Onze jongen had maaaanden gespaard en klussen gedaan om VEEL geld te sparen voor de kermis. Hij wilde serieus kermis gaan vieren! Als ouders dachten wij dat hij enorm zou gaan genieten van alle attracties waar het al weken over ging… (we hadden geen vragen gesteld). Éindelijk was het zover, het was kermis. Hij stond te popelen, wanneer gingen we nou!? We kwamen aan op de kermis, en daar ging onze jongen. Zijn portemonnee vol gespaard en gewerkt geld… Hij ging regelrecht naar de grijpautomaten… Onze mond zakte open… Hij glunderde en glansde!… Een jongeman met een plan, dat was duidelijk. Euro voor euro ging in het apparaat, en nog meer, en nog meer. de euro’s vlogen zijn portemonnee uit. We zagen frustratie en irritatie groeien. We vroegen wat de bedoeling was? Hij vertelde dat hij het jaar daarvoor al had gezien dat de Nintendo die hij wilde gegrepen kon worden, veel goedkoper dan in de winkel! Hij had bedacht dat hij dat wel voor de helft van het geld voor elkaar zou krijgen! Hij wilde zijn doel halen, hij had er tenslotte een heel jaar over nagedacht… Op deze manier kon hij heel goedkoop aan een Nintendo komen. Hij heeft zijn doel niet gehaald. Hij was heel snel door zijn al zijn geld heen, enorm overstuur, teleurgesteld en heel boos! We zijn naar huis gegaan, hij was klaar met de kermis. De lol was heel snel voorbij, ook voor de rest van het gezin 🙁  Hij heeft heel veel geleerd van dat kermis bezoek. Hij heeft de grijpers nooit meer aangeraakt. Hij bezoekt de kermis nu anders, gelukkig. (met Sinterklaas kreeg hij een Nintendo, wat een fijne man is het toch!)

Voor ons was het een lastige les, ook om hem te weerhouden op de kermis. We hebben hem zijn plan laten volgen, en hem ervarend laten leren, hoe moeilijk en pijnlijk dat dat ook was om te zien.

Stel je voor dat een kind al op jonge leeftijd zakgeld krijgt, een klein bedrag iedere week. En daartegenover staat een taakje in huis iedere dag; bijvoorbeeld de tafel dekken, de vaatwasser in of uitladen, hond uitlaten of de ontbijttafel dekken. En als hij of zij meer geld zou willen? Dan zou je daar andere taken bij kunnen bedenken; konijnenhok schoonmaken, in de tuin wat doen, was uitsorteren, stofzuigen, kamer poetsen? en daar staat een bedragje tegenover. Dan kan het kind kiezen wat het aanpakt, of niet.

Stel je voor dat je kind een prachtig stickerboek heeft gezien, wat jij veel te duur vindt… Dan kan het kind dat zelf kopen! Weet je wat voor een trots gevoel dit kan geven? Zoveel voldoening… Dat gun je toch ieder kind?

Of je kind krijgt ‘vakantiegeld’ aan het begin van de vakantie, om in de hele vakantie zélf te kunnen beslissen wanneer en wat hij of zij zal kopen als aandenken van de vakantie… Wat een rijkdom voor het kind! (en jij krijgt geen vragen meer in iedere souvenirshop, wat een rust!) maar, ook hier geldt: … oefening baart kunst. (als het geld in de 1e de beste winkel wordt uitgegeven, zijn 2 weken nog lang om te blijven zeggen: “Nee, weet je nog? Je geld is op”) Bij de volgende vakantie gaat het vast beter 🙂

En dan zijn er de “onbetaalbare”, waardevolle momenten en ervaringen. Die gaan juist niet over geld… Die gaan over “zomaar”, omdat het kan, of omdat het nodig is. Of gewoon zomaar. Dat je als vader wordt geholpen doordat je gereedschap wordt aangegeven als je aan de auto aan het werken bent, gewoon omdat het leuk is om samen te werken. Of komt je zoon je helpen met afwassen omdat je dan je gesprek kunt afmaken. Of helpt je dochter je met veel boodschappen opruimen waarmee je net binnenkomt lopen, gewoon zomaar zonder dat het gevraagd is. Dat is dan een ander “level” van helpen, (om maar te spreken in de taal van deze tijd) dat gaat over inzien waar je de ander blij mee kunt maken op dat moment, wat zich voordoet, en wat je oppakt. Dat levert geluksmomenten op, daar groeit de gever van, en verwarmt het hart van de ontvanger.

Waardenvol geld, en waardenvol zonder geld. Natuurlijk leren, iedere dag een beetje.

 

Gevoelig, ‘geprikkeld’ kind? Wat zie je, en tips

SONY DSC

Gevoelig? Of geprikkeld? Wat zie je?

Is je kind gevoelig? Of is het geprikkeld? Misschien ‘overprikkeld’?

De meeste kinderen hebben hele goede oren, ook al denk je daar als opvoeder misschien anders over. Ze horen en luisteren ook als jij misschien denkt dat hij ‘helemaal’ in de Donald Duck zit. Of als ze bijvoorbeeld op bed ligt en nog niet slaapt.

Op school wordt de hele dag verwacht van je kind dat het ‘goed luistert’. Naast alle informatie die wordt verteld, ‘moet’ deze informatie worden opgeslagen en moet het kind óók nog doen wat de juf/meester zegt, op het moment dat dit aangegeven wordt.

De meeste kinderen hebben prima ogen, al wordt wat zij zien misschien heel anders opgeslagen en geïnterpreteerd als dat wat een volwassene ziet. Wij zien een kat die nét op tijd voor de auto hem raakte de straat over was. Het kind ziet een kat die misschien te laat is bij de volgende auto die aan komt rijden, en wil persé de auto uit om de kat te redden.

Op school ziet een kind heel veel dingen gebeuren de hele dag door met alle kinderen/volwassenen, naast dat er veel indrukken van het klaslokaal/schoolgebouw via het netvlies binnenkomen.

De meeste kinderen zullen proberen duidelijk aan te geven wat ze bedoelen door wat te zeggen, al ‘horen’ we vaak als volwassenen wat anders. Als een kind 4 jaar is, zal ze moeilijk in 2 seconden kunnen uitleggen dat ze de kat wil redden voor de volgende auto die er aan komt. Misschien gaat ze huilen en zegt ze snikkend: “poes, poes!” en reageer jij: “Ja, de poes was net op tijd de weg overgestoken, dat zag ik! Het is goed! Stop maar met huilen.” Jij begrijpt niet waarom je dochter blijft huilen, en je dochter begrijpt niet waarom jij de auto niet stopt om de poes te redden.

Op school zegt je kind misschien tegen de juf: “Mag ik voetballen juf?”. Terwijl de achterliggende boodschap groter is: ik heb zolang met rekenen geworsteld, het lukt me niet om het op tijd af te krijgen. Ik vond het super moeilijk en ik werd er verdrietig van, en gefrustreerd omdat het niet lukt!! Ik heb langzaam fruit bij, dat duurt een uur voor ik het op heb… En ik heb zo’n zin om te voetballen, ik heb zolang op mijn stoel gezeten, wat ik echt moeilijk vond! Mag ik naar buiten, voetballen met mijn vriendjes juf?… Ik ken best jongetjes van 7 die dit verschrikkelijk moeilijk vinden om allemaal te zeggen, jij ook?

Ken je dat? Dat je een t-shirt aanhebt, en er zit een irritant labeltje op een plek waar je de hele tijd aan zit zonder dat je het echt in de gaten hebt? Als je een gevoelig kind hebt, kan het zijn dat het kind dát t-shirt écht niet aanwil! Het waarom weet je dan als ouder niet, maar je wilt wel je kind over 2 minuten aangekleed hebben. Jij vindt het belangrijk om op tijd op school te zijn. Je kind spartelt tegen, hij wordt geïrriteerd, je kind ook, en de spanning bouwt op. Zij wil het t-shirt niet aan, jij wilt dat ze nú dat t-shirt aandoet. Boze ouder, boos kind, wat een vervelend begin van de dag!

Ieder mens heeft voorkeuren voor eten en drinken, en ook eten wat je liever aan iemand anders gunt 😉 . De reden daarvoor kan in smaak zitten, of geur, misschien hoe het eruit ziet, of omdat het van een beest komt. Het kan ook zijn dat het een vreemd of vervelend gevoel in je mond geeft, of omdat je er later buikpijn van krijgt als je het eet of drinkt. Als opvoeder vinden we het belangrijk dat een kind gezond en gevarieerd eet. Wij hebben onze voorkeuren en favorieten, logisch dat onze kinderen dat ook hebben. Ik kreeg bijvoorbeeld de ‘griebels’ van melk (iedere dag een gevecht!)… Nou bleek later, als volwassen vrouw, dat mijn maag melkproducten moeilijk kan verwerken. Logisch dat ik daar als kind dan van ‘griebelde’!

Sommige kinderen hebben uitzonderlijk gevoelige oren, ogen, neus, mond, huid, of hoofd. Soms is het aangeboren, soms heeft het een andere oorzaak.

Ieder mens krijgt enorm veel prikkels binnen op een dag. De afgelopen 2 weken bijvoorbeeld in de Kerstvakantie heel veel andere prikkels dan anders. Andere dagen, vrije dagen, feestdagen, andere dagindeling, langer opblijven, visite, ander eten, veeeeel eten, veel lekkers, meer tv, langer op de tablet, andere kleding aan, vuurwerk, feestjes, nog meer feestjes, heel laat, moe en volgegeten naar huis na weer een bezoek aan oma, heel vermoeiend zo’n vakantie! De een kan alle prikkels beter verwerken dan de ander. Er zijn nu behoorlijk wat mensen(kinderen) moe, heel moe na de Kerstvakantie. Moe van alle prikkels, onrust en onregelmatigheid. Letterlijk geprikkeld,  óverprikkeld!

De ene mens kan prikkels sneller verwerken dan de ander.

“O nee, vandaag is het maandag… School begint zo weer. Vroeg opstaan, terwijl ik nog steeds moe ben. En het is nog donker buiten. De klas is altijd zo vol, er zijn zoveel drukke kinderen, zeker na de vakantie! Iedereen moet dan van alles vertellen, dan gaan ze altijd door elkaar heen schreeuwen. En dan móet ik weer de hele dag zitten op een stoel… Terwijl mijn hoofd nu al moe is. Rekenen en schrijven. Ja, dat schrijven gaat wel. Maar dat rekenen, dat vind ik echt stom. Daar heb ik zo’n hekel aan. En dan moet ik weer wachten voordat ik een vraag mag stellen. En ik weet het antwoord toch al! Eerst deze rij afmaken, en dan pas mag je extra werk gaan doen! Pffff… Ik zou het liefst eerst buiten gaan voetballen op school, met mijn vriendjes, want die heb ik de hele vakantie niet gezien. Maar dat mag alleen in de pauze als mijn fruit op is… Zo irritant! Als ik dan fruit zou hebben wat ik snel kan opeten, anders dan blijft er bijna geen tijd over om te voetballen. Ik wou dat ik ziek was! Als ik naar de juf zou durven gaan, wat moet ik dan zeggen? Ik weet toch al dat ik niet de hele dag mag voetballen. Ik weet toch al dat ik de hele dag moet doen wat de juf zegt. Ik heb er echt geen zin in. Pfff… Hoe ga ik dat doen? O nee, mama roept alweer! Ik wou dat ik ziek was…”

Het ene kind wordt boos, op alles en iedereen! Het andere kind gaat huilen, tegenstribbelen, wil niet naar school! Schreeuwen, stampen, lelijke dingen zeggen, krijgt buikpijn misschien. Een ander kind kruipt heel stil in een hoekje met zijn handen over zijn oren misschien, of gaat juist heel lief ‘doen’, haar uiterste best doen om het jou naar de zin te maken. Allerlei gedrag is mogelijk. Belangrijk voor het kind is dat dit wordt herkend en erkend door opvoeders.

Als je goed in je vel zit, alles loopt lekker, je hebt geen stress, je krijgt goede voeding en drinken, je slaapt genoeg iedere nacht, de zon schijnt, de wereld is mooi… Dan is het gemakkelijker om prikkels te verwerken. Als je emmer vol zit, en er moet nog meer bij, dan komen prikkels ‘harder’ binnen, want je zit bijna aan het maximum van je ‘kunnen’.

Iedere dag wordt er veel verwacht van kinderen, ze moeten veel ‘kunnen’; incasseren, luisteren, leren, ‘doen wat de juf zegt’, ‘doen wat ouders zeggen’; “ik heb veel ‘moetwerkjes’ op een dag”, zei een kind pas tegen me. De spanningsboog staat strak voor veel kinderen. Om toch te kunnen blijven functioneren in de dagelijkse dag is het noodzakelijk voor deze kinderen dat ze op eieren leren lopen en hiermee trainen ze hun gevoeligheid (anders kun je tenslotte niet op eieren lopen).

Wat kunnen we als opvoeder doen?

♥ Neem het kind serieus. Ongeacht welke leeftijd wil een kind (ook) graag serieus genomen worden. Praat op een rustig moment over de situatie (die speelt of speelde) en benoem emoties van jou en je kind. Bespreek wat nodig is op dat moment. Gaat het over een grens die overschreden is met bepaald gedrag of wat je anders wilt morgen? Vraag de mening van je kind hierover. Misschien wordt je verrast met een goed idee of een ander gezichtspunt.

♥ Zorg voor een duidelijke structuur in de dag/week. Een duidelijk kader geeft rust. Als een kind altijd om half 8 naar de badkamer gaat, kan hij daarop vertrouwen. Iedere dag even voorlezen voor het slapengaan, is een zekerheid waar je op mag vertrouwen. Deze structuur kun je misschien samen bespreken en samenstellen (jij als opvoeder geeft het kader aan). Iets wat je samen bedenkt/afspreekt, is makkelijker op te volgen door alle partijen 😉

♥ ‘MOETEN’ moetnie! Moeten is voor heel veel mensen een woord wat onmiddellijk weerstand oproept.  Probeer op een andere manier te formuleren wat jij vindt dat ‘moet’. Bijvoorbeeld: Ik wil dat je je tas op de plank legt (ipv: je tas moet op de plank). Of: ik wil over 5 minuten gaan eten (ipv: je moet aan tafel zitten nu). Als jij op een dag genoeg ‘moeten’ hebt gehoord/gedaan, is op een gegeven moment ook de emmer vol, toch?

♥ Overleg met de juf/meester (eventueel samen met je kind) hoe het gaat op school. Zijn er dingen die je kind moeilijk of heel lastig vindt nu? Een kind is pas bereid tot leren als hij/zij zich veilig voelt. Zit hij/zij naast een fijne (geschikte) buurman of buurvrouw op een fijne plek? Is de dag of weekstructuur duidelijk? Zijn er 1 op 1 contactmomenten op een dag met de leerkracht? Krijgt je kind op een passend niveau stof aangeboden? Hoe gaat het in de pauze, zonder juf of meester in de buurt?

♥ Ontspanning en beweging! Zing, dans, lach, vecht, knuffel, stoei, knutsel, praat, wandel, loop, voetbal, speel samen. Neem per dag per kind minimaal 5 minuten 1 op 1 tijd. Doe iets leuks samen met je kind, iedere dag, eventjes… Je kind heeft natuurlijk meer tijd aan ontspanning per dag nodig! Dan bedoel ik wat anders dan een geplande sport (dat kan ook als ‘moetje’ gevoeld worden) Spelend ontspant een kind ook. Waar wordt jou kind blij of ontspannen van? Beweging is wezenlijk belangrijk in het groeien van een kind, er worden dan verbindingen door het hele lijf ontwikkeld, waardoor het ook letterlijk beter in zijn of haar vel komt.

♥ Voldoende slaap is heel belangrijk, zodat prikkels van de dag verwerkt kunnen worden in de nacht. Als je kind een ‘denkhoofd’ heeft, dan is het fijn als de tablet, pc, telefoon, laptop uitblijven na het avondeten. Dan kan het hoofd rustig op slaapstand voorbereiden. Misschien is het fijn om samen door de gebeurtenissen van de dag te praten voor het slapen gaan. Een ‘dagtekening’ maken, met gebeurtenissen van die dag? Lekker een stukje wandelen na het avondeten of samen op de trampo? Voetjes masseren met wat lavendelolie van je kind als het in bed ligt? Samen een verhaaltje verzinnen met grappige zelfbedachte figuren en avonturen? Warme douche voor het slapen gaan?

♥ Gezonde voeding, drinken en voldoende fruit is heel belangrijk. Lekkere verse groenten iedere dag, minimaal 2 stuks fruit per dag. Genoeg drinken, water, kruidenthee. Pas op met suiker, zoetstoffen en kleurstoffen; hier reageren veel kinderen op. Een druk hoofd wordt nog drukker van suiker en/of zoetstof.

Als je té moe of overprikkelt bent, en je kunt niet voldoende rust of ontspanning vinden, of je weet niet hoe… kan het zijn dat je ziek wordt. Dat klinkt misschien niet zo aardig, maar dat is wel fijn voor je, als je ziek mag zijn. Dan is er tijd voor je systeem om alle ‘prikkels’ verwerken. Je ‘moet’ uitrusten, dan kun je herstellen. Lekker veilig thuis, in je ‘holletje’. Lekker even niets.